Werkplaatsen
Vanaf de zomer zijn er bijeenkomsten Argentijnse tango die we werkplaatsen noemen. Voor iedereen in Hengelo, oud en jong, klein en groot, man en vrouw. En ook voor hen die uit Twente of zelfs verder hier aan mee willen doen. Om het leven te verrijken, nieuwe horizonten te verkennen of oude dromen waar te maken. Waarom werkplaatsen? Vooral omdat we deze dans leren door elkaar te helpen iets moois te maken. In Hengelo werden de pompen gemaakt die Nederland droog maalden, de ketels die het land van stroom voorzagen, de telefooncentrales die het land modern maakten. Waarom dan niet ook de dans die ons weer in beweging krijgt?
De Tango fabriek
Wie begint aan de Argentijnse tango komt als het ware terecht in een fabriek. Hengelo met al zijn metaalfabrieken vormt dan ook een uitgelezen kans om aan de tango te werken. Want in de tangofabriek werkt men aan een bijzondere machine. Deze beweegt in een soepele, bijna elegante cadans die de beat aangeeft aan het geheel. Alle arbeiders nemen als dansers deel door samen te oefenen en het geheel vormt een betekenisvol gesmeerd draaien en glijden van de vele assen en onderdelen van deze tangomachine.
Na de zeven werkplaatsen die hieronder worden genoemd, worden er workshops gegeven door tangoleraren vanuit het hele land. Tijdens die avonden gaat de pet rond voor vrijwillige bijdragen.
-
In zeven werkplaatsen oefenen we de dans. Deze noemen we naar werkplaatsen en ruimtes bij de Hengelose fabrieken. Wat maken we ons eigen? Tango is niet meer of minder dan een bijzondere manier van …. Bewegen of lopen …. Op muziek…. Met een ander… en liefst een beetje elegant (vooral voor de volgers) of efficiënt (vooral voor de “leiders”). We hebben daarvoor zalen beschikbaar in de oude fabrieken, bij het museum, bij dansscholen, in het stadhuis en in buurtcentra.
-
De eerste werkplaats noemen we de Stelplaats. In deze werkplaats gaat het om een kennismaking met de manier waarop de dansers in de tango lopen en bewegen op de muziek. Net als in deze afdeling van ooit de fabriek van Stork gaat het om het vinden van een balans – en vanuit een stilstand in beweging te komen. Daartoe splitsen we de groepen in twee. Eén voor de vrouwen (volgers maar niet per se) en één voor de mannen (in het normale spraakgebruik de leiders of liever, begeleiders). Net als in Argentinië aan het begin van de negentiende eeuw oefenen en leren beide groepen hun basisbewegingen afzonderlijk. Aan het einde van deze eerste werkplaats onderzoeken we dan of de bewegingen op de muziek van beide groepen met elkaar te verbinden zijn. O ja, er is voor die bewegingen niet alleen tango-muziek beschikbaar…
-
In de tweede werkplaats, het Hijsgebouw, proberen we nog beter te luisteren naar de muziek en ons er aan op te trekken. Bij tango gaat het er niet op de eerste plaats om, om pasjes te leren, maar om open te staan voor de muziek en de mogelijkheden die deze ons biedt om te bewegen. Langzaam maar zeker breiden we onze bewegingen uit.
-
Een tangoschool is een bedrijf waar mensen samen leren bewegen, zoals Tryp geweven werd aan de Twekkelerweg, of zoals telefooncentrales bij Heemaf werden gebouwd. Nooit het werk van eenlingen. Tango is samen bewegen op muziek, een werk van schering en inslag. In de derde werkplaats die we dan ook Trypweverij noemen, leren we hoe de danspartners met ieder hun eigen bewegingen samen figuren tot stand brengen.
-
In de pijpenbuigerij bij Stork werden lange pijpen gebogen en aan elkaar gelast. Van die aan elkaar gelaste metalen platen, werden ketelwanden gemaakt. Zo kregen de grote ketels ( tot wel 80 meter hoog!) voor de elektriciteitscentrales vorm. Op vergelijkbare wijze werken we in de tangofabriek samen aan draaibewegingen en het samen cirkels maken op de vloer. Samen draaien geeft immers een bijzondere energie en dynamiek aan ons dansen. In deze vierde werkplaats oefenen we de verschillende rollen van leiders en volgers bij het maken van deze plezierige dansbewegingen.
-
Na alle vorige werkplaatsen wordt het steeds eenvoudiger om (zelf)onze eigen bewegingen vorm te geven of om ze te gieten in wat langere reeksen passen. Vandaar dat we deze werkplaats de gieterij noemen. Tegelijkertijd geven we hier telkens ook aandacht aan onze houding, afzonderlijk en in combinatie met de danspartner.
-
In de fabriek van Dikkers aan de industriestraat werden koperen onderdelen gemaakt voor de machines van Stork. Aan het begin van de negentiende eeuw bestond er bij Dikkers een apart kunstatelier voor het maken van fraaie kunstvoorwerpen (bijvoorbeeld vazen). Die verfijning proberen we nu na te streven in de op een na laatste werkplaats, het koperatelier. We gaan mooier dansen. Dat past goed in onze eenvoudige samenvatting van de tango: Samen bewegen …. Op muziek …. Met een ander … en liefst elegant en efficiënt…
-
Tenslotte herhalen we alles nog eens in de laatste werkplaats, die van de Pompen. Nederland werd in de vorige eeuw droog gehouden en van elektriciteit voorzien dankzij de fabrieken in Hengelo. Hengelo was daarmee een baken van vooruitgang. Wij willen met de werkplaatsen een beweging starten die niet meer ophoudt. In deze laatste werkplaats worden de puntjes op de i gezet.